background image
Basisbewerkingen
25
De USB-instellingen wijzigen
1. Tik op
> Instellingen (Settings) > tabblad Verbindingen
(Connections) > pictogram USB-instelling (USB Settings).
2. Kies een USB-interface.
Verzenden als netwerkinterface (Transmission as Network
Interface) - hiermee kunt u uw apparaat laten werken als een
netwerkkaart. U kunt deze instelling gebruiken voor ActiveSync.
Verzenden als seriële interface (Transmission as Serial
Interface) - hiermee kunt u uw apparaat laten werken als een
UART-apparaat. U kunt deze instellingen gebruiken als legacy
ActiveSync.
Simuleren als kaartlezer (Simulation as Card Reader) - maakt
van uw apparaat een massopslagapparaat, zoals een kaartlezer.
3. Tik op Toepassen (Apply) wanneer u klaar bent.
De geheugeninstellingen wijzigen
De geheugentoewijzing weergeven:
1. Tik op
> Instellingen (Settings) > tabblad Systeem (System) >
pictogram Geheugen (Memory).
2. Tik op OK wanneer u klaar bent.
Het geheugen van de opslagkaart controleren:
1. Tik op
> Instellingen (Settings) > tabblad Systeem (System) >
pictogram Geheugen (Memory) > tabblad Opslagkaart (Storage
Card) om de geheugeninformatie voor de geselecteerde opslagkaart
weer te geven.
2. Als u geheugen wilt vrijmaken op de geheugenkaart, moet u enkele
bestanden van de geheugenkaart verwijderen. Gebruik de
Bestandsverkenner om de bestanden te verwijderen. Zie “De
Bestandsverkenner gebruiken” voor meer informatie.
De activeringsinstellingen wijzigen
1. Tik op
> Instellingen (Settings) > tabblad Persoonlijk (Personal)
> pictogram Activeringsbron (Wakeup Source).
2. Schakel de selectievakjes van de items in om te bepalen welke
functies/omstandigheden de voeding van het apparaat zullen
inschakelen. Wanneer u op een van de functieknoppen op het
voorpaneel drukt, wordt het apparaat geactiveerd.
3. Tik op OK wanneer u klaar bent.